Nadat we in Vik het ontbijt achter de kiezen gestoken hebben rijden we weer verder. Deze keer verder naar het oosten, naar de gletsjers. Daar bevindt zich het Vatnajökull nationaal park waar zich de op één na grootste gletsjer van europa bevindt. Deze bedekt 8 procent van heel IJsland.
Op de weg er naartoe komen we ook voor het eerst op stukken onverharde hoofdweg. Dat is een stoffige bedoening, en hardrijden is al zeker niet aan de orde.
Onderweg krijgen we ook regelmatig een melding die we nog nooit eerder gezien hadden op het scherm van onze navigatie. Het is de waarschuwing voor een brug met slechts 1 rijstrook. Dat kom je hier in IJsland wel vaker tegen. In tegenstelling tot bij ons staan er hier geen bordjes die aangeven wie er voorrang heeft. Hier geldt het first comes, first served principe. Wie het eerst aan de brug is mag er als eerste over. Daarom dat je aan zo'n brug moet vertragen tot 50 km per uur.
Meestal staat er ook nog een knipperlicht om je nog eens extra te waarschuwen wanneer je zo'n brug nadert. En in IJsland rijden er bijlange niet zoveel auto's rond als bij ons, dus moet je je niet te veel zorgen maken.
Er zijn ook meer dan voldoende parkeerplaatsen naast de weg. Meestal zijn die ook goed gelegen waardoor je een goed zicht krijgt op al het schoons dat de natuur hier te bieden heeft.
Het landschap is met zijn momenten buitenaards. Vooral de lava-velden die oneindig ver lijken te rijken zijn heel bijzonder.
In het begin van onze trip wisselen zwaar bewolkte periodes elkaar af met zonnige stukken. Maar des te verder we rijden, des te beter wordt het weer.
Zo is het zonnetje al helemaal van de partij als we aankomen aan Diamond Beach. Dat is de plaats waar Het gletsjermeer Jökulsárlón in de Atlantische oceaan uitmondt. Het ijs-meer ligt bezaaid met ijsblokken en bergen die van de gletsjer zijn losgekomen. Het lijken wel kristallen, vandaar dat men deze plaats Diamond Beach noemt. Je kijkt je de ogen uit de kop, en wie wil kan met een amfibie-boot een rondvaart maken op het ijs-meer.
Een paar honderd meter verderop zie je de ijsblokken de Atlantische oceaan indrijven.
Wie graag wandelt kan zich hier ook helemaal uitleven, want er zijn mooie wandelpaden in de buurt van het meer.
De gletsjer met al zijn gletsjertongen is overal prominent aanwezig.
Na ons bezoek aan Diamon Beach rijden we een stuk terug in de richting van ons hotel in Skaftafell. Omdat we nog niet uitgekeken zijn op de pracht van de gletsjermeren stoppen we ook nog aan het gletsjermeer Fjallsárlón. Dat is niet zo groot als dat aan Diamond Beach, maar moet er zeker niet voor onderdoen voor wat schoonheid betreft.
Hier nuttigen we ook nog een lekker stuk taart alvorens verder naar ons hotel voor vanavond te rijden.
Ons hotel is het hotel Skaftafell in Öraefi, waar we vanmorgen zonder het goed door te hebben al eens gestopt zijn voor een sanitaire stop in het tankstation recht tegenover het hotel. Dat tankstation is trouwens van dezelfde eigenaars als van het hotel.
Omdat we onderweg al gegeten hadden, eten we niet meer in het hotel, maar maken we nog een korte wandeling aan de achterkant van het hotel.
Niet elk hotel heeft een gletsjer in zijn achtertuin liggen, daar moeten we van profiteren.
Na onze korte wandeling zetten we nog even de barvrouw aan het werk en drinken nog een stevige pint Viking-bier.
Dan is het tijd om te gaan slapen, morgen rijden we terug richting Vik.
Reactie plaatsen
Reacties
Schitterend alweer , op zulks natuurschoon kan je onmogelijk uitgekeken geraken !