Dag 1

In 2003 gingen we voor de allereerste keer naar Serfaus op vakantie. Vraag ons niet waarom we voor dit dorpje gekozen hebben, want we weten het zelf ook niet. Waarschijnlijk omdat de catalogus van het reisbureau net op de pagina openviel waar het Post-hotel vermeld was. We hadden zo wel een een klein beetje een idee wat we ons bij de bergen moesten voorstellen, maar eigenlijk was het een sprong in het onbekende.
Net voor middernacht vertrekken we vanuit Mechelen richting Oostenrijk. In 2003 hadden we nog geen ingebouwde GPS in de auto, en moesten we ons behelpen met een GPS-programma dat op een PDA draaide. Dat liep zowat elke twee uur wel eens vast, dus hadden we redenen genoeg om onderweg af en toe te stoppen.

Tot in Oostenrijk liep alles eigenlijk heel vlotjes. Het was ondertussen al terug dag geworden en we waren ruimschoots op tijd. Patrick dacht een wegwijzer gezien hebben die naar de “Grosse Wasserfal” (grote waterval) verwees, maar blijkbaar was hij nog niet helemaal wakker, want na 30 kilometer rijden kwamen we er achter dat het een wegwijzer was naar het Grosses Walzertal….
Dan maar verder gereden richting Serfaus. Vlak na Landeck besliste onze GPS om ons via de avontuurlijke route naar onze bestemming te sturen. Dat begon via een smal asfaltbaantje dat redelijk steil de hoogte in ging, en stuurde ons helemaal door het bos naar de achterkant van het dorpje Ladis.

We bereiken Serfaus zonder kleerscheuren en checken meteen in in het Post-hotel. Onze wagen wordt voor ons in de garage geparkeerd. 
Service noemen ze dat ! Vanuit onze kamer hebben we een mooi uitzicht over de bergen, onze omgeving voor de komende 7 dagen.

Na een korte rustpauze gaan we op verkenning. We proberen meteen de kaartjes voor de kabelbanen die we gekregen hebben. Daarmee kunnen we de hele week gratis gebruik maken van alle kabelbanen in Serfaus, Fiss en Ladis.

Na een kort verblijf boven op de Lazid komen we terug beneden in het dorp aan. De dorpsfanfare is aan het repeteren in de straten van Serfaus. Ondertussen begint de zon langzaam onder te gaan. Dat levert mooie beelden op.

Dag 2

Wanneer we wakker worden is het al volop zomer buiten. Staalblauwe hemel, geen wolkje te bespeuren. Het wordt een prachtige wandeldag. Terwijl Carine ons lunchpakket klaarmaakt bestudeert Patrick de wandelkaart die we van het hotel gekregen hebben. Een wandeling naar de Hexensee lijkt ons wel wat. Op het eerste zicht is dat ook niet zo ver (denken we).

Met de kabellift trekken we naar de Lazid, het vertrekpunt van onze wandeling.

De eerste vaststelling die we daarboven doen, is dat het nog verder de hoogte in gaat. Op de wandelkaart leek het allemaal heel vlak. In het echt is het blijkbaar toch een beetje anders…

De omgeving is hier wel prachtig, we hebben het gevoel dat we hier helemaal alleen zijn. Buiten het gekabbel van de beekjes hoor je hier niks.

Ondertussen hebben we ook wat gezelschap gekregen. Er staan hier Haflinger-paarden te grazen. Deze paarden worden hier in deze streek gekweekt en lopen hier vrij rond.

Het is ondertussen al middag, en de Hexensee is nog niet bepaald in zicht. We hebben onze sportieve capaciteiten een beetje te hoog ingeschat. Daarom besluiten we maar rechtsomkeer te maken. Eigenwijs zoals we zijn besluiten we niet langs dezelfde weg terug te gaan, maar nemen we een “binnenweg”.

Die “binnenweg” blijkt niet zo’n geweldig goeie inval geweest te zijn want het pad leidt ons door de alpenweides, die niet zo vlak blijken te zijn als dat ze op ’t eerste zicht lijken. Maar we hebben geen tijd om terug naar de originele weg te gaan, want de kabellift naar beneden sluit om 5 uur. Onderweg komen we ook nog Murmeltiere tegen, dat zijn bergmarmotten die hier ook veelvuldig voorkomen.

Op het einde van onze “binnenweg” komen we een bordje tegen dat zegt dat deze wandelweg onbegaanbaar is. Dat hadden we ondertussen ook wel begrepen. Maar de kabellift komt in zicht. We zijn nog net op tijd om naar beneden te zweven.
Onze drinkbussen waren ondertussen ook al lang leeg. Gelukkig was er vlak naast het dalstation van de kabelbaan een terras waar we iets konden drinken.

Dan rest er ons enkel nog om met onze laatste krachten tot aan het hotel te strompelen.
Daar staat Thomas, de manager, ons op te wachten om te zeggen dat we nog net op tijd zijn voor het gala-diner.
Gala-diner ? Ja, blijkbaar is het traditie dat er hier elke zondag een zeer uitgebreid (7 gangen) diner is, voorafgegaan door een voorstelling van het personeel. We hebben het overleefd, maar het was niet gemakkelijk…

Dag 3

Dat we onszelve gisteren een beetje overschat hebben, dan ondervonden we vanochtend aan den lijve.
Stramme spieren en zonnebrand, het is er allemaal bij vandaag.
Dat houdt ons echter niet tegen om vandaag terug een wandeling te gaan, weliswaar een beetje eenvoudiger als gisteren.

Met de Komperdellbaan trekken we tot halverwege de berg, aan het Kölnerhaus. Vandaar uit gaan we te voet terug naar beneden.

We maken een wandeling rond de AlpKopf, dat is minder vermoeiend dan erover. En we zitten nu in een heel andere omgeving dan gisteren. Hier heb je nog volop bossen en weides.

In de verte zien we ook Serfaus liggen. Met een beetje goeie wil (en met behulp van een telelens) vinden we zelfs ons hotel terug.

Na een paar uurtjes staan we terug beneden in het dorp. We nemen even een korte rustpauze, en gaan daarna verder Serfaus verkennen.

In het naburige dorpje Fiss wordt er hard gewerkt, er wordt een nieuwe kabelbaan gebouwd. Een grote helicopter vliegt af en aan met onderdelen van de masten waarop later de kabels komen te liggen.

Na het avondmaal gaan we nog een laatste keer met de camera op stap vandaag.  We maken nog wat foto’s van de zon die achter de bergen verdwijnt, en dan is het tijd om ons bed op te zoeken. Morgen is er weer een nieuwe dag.

Dag 4

Vandaag gaan we nog eens een iets avontuurlijkere wandeling doen. We gaan de Murmeltierweg nemen. Dat is een themawandeling die gaat over het Murmeltier, de bijnaam die ze hier aan de bergmarmot geven. Ook vandaag vertrekken we weer met de Komperdell-kabelbaan.

Wanneer we boven aankomen, arriveert daar gelijktijdig met ons een groep van oudere Duitse dames die in ons hotel logeren en die blijklbaar ook dezelfde wandeling gaan doen. We zijn benieuwd of ze ons gaan kunnen volgen…
Tot onze grote verrassing steken de dames ons vlotjes voorbij en kunnen we ze alleen maar nakijken. Hun tempo is voor ons niet weggelegd. We nemen nog wel een nederlandse dame mee op sleeptouw, die ook met de groep mee op weg was, maar het tempo ook niet aankon.

Na een tijdje verandert het pad dat we volgen in een rotsveld. Je moet hier heel goed kijken waar je je voeten neerzet.

Als we door de rotsen doorgeraakt zijn, staan we aan de Furglersee, dat is een klein meertje aan de voet van de Furgler.

We zijn nu halverwege. Vanaf nu gaat het grotendeels bergaf tot aan het Kölnerhaus, waar we de kabellift naar het dorp kunnen nemen.

Om de dag af te ronden maken we ook nog wat foto’s van het dorp. We hebben bijlange alles nog niet gezien. De kans is groot dat we volgend jaar nog eens moeten terugkomen.

Dag 5

Vandaag zoeken we het buiten Serfaus. We nemen de bus naar Landeck, en nemen daar dan de trein naar Innsbruck.

De rit naar Innsbruck duurt een klein uurtje, maar onderweg worden we getrakteerd op prachtige berglandschappen.

Ook vandaag is het weer tropisch warm. De vogels vallen als het ware gebakken uit de lucht. Als we in Innsbruck Hbf aangekomen zijn, gaan meteen op zoek naar één van de toeristische attracties van deze stad : Het huis met het gouden dak.

Het is al gezellig druk op het pleintje aan het gouden dak. We besluiten de situatie vanuit de hoogte te bekijken vanop de Stadtturm. Van hieruit hebben we een mooi zicht over de stad en de omgeving.

Innsbruck is een mooie stad, met talloze mooi geschilderde huizen. Je kan hier uren rondlopen en fotograferen.

Uiteraard trekken we ook naar de oevers van de Inn, de rivier waaraan Innsbruck zijn naam te danken heeft.

Stilletjesaan wordt het tijd om terug te keren naar het station. We moeten nog terug naar Landeck, en vandaar met de bus naar Serfaus. Anders missen we het avondeten in het hotel, en dat zou pas echt zonde zijn.