Dag 1

Onze eerste kennismaking met Serfaus vorig jaar smaakte naar meer, naar veel meer. Dus keerden we terug naar het gezellige hotel Post in Serfaus. Deze keer met een echte GPS in de wagen, zodat we niet meer door het bos dienen te rijden zoals de eerste keer. Nadat we onze koffers in onze hotelkamer hebben achtergelaten, trekken we meteen “de berg op” met de Komperdell-baan. Tot onze verrassing staat er nu boven op de Lazid een restaurant, met als toepasselijke naam “Lassida”.

Bij het uitpakken van onze bagage in het hotel deden we een eerder minder leuke vaststelling. De wandelschoenen van Carine waren nergens te bespeuren. We moesten trouwens niet te lang denken om te weten waar ze waren. Op dezelfde dag als wij naar Serfaus vertrokken, vertrok ook Tiffany, de oudste dochter van Carine op jeugdkamp naar Zuid-Tirol. Meer dan waarschijnlijk heeft zij twee paar wandelschoenen met zich mee. Dus zijn we noodgedwongen een paar echte wandelschoenen gaan kopen in de plaatselijke wandelschoenenwinkel in Serfaus. Goedkoop waren ze niet, maar volgens de verkoper zouden ze vele jaren meegaan.

We laten het echt niet aan ons hartje komen. We staan aan het begin van een week in de prachtige Oostenrijkse Alpen.
Dit jaar is ook het eerste jaar dat we behalve fotograferen ook gaan filmen. Carine is de cameravrouw van dienst, Patrick de fotograaf van dienst.

Het mag dan wel zomer zijn, maar de bergen in de omgeving hebben nog een mooi wit dekentje op zich liggen.
Gelukkig voor ons regent of sneeuwt het niet, zolang het maar droog blijft is het al OK voor ons.

Nadat we wat gedronken hebben in het fonkelnieuwe restaurant dalen we terug af naar het dorp.
De zon is al flink haar best aan het doen, de wolken beginnen langzaam te verdwijnen.
We maken nog snel wat foto’s, en dan is het al etenstijd in hotel. Morgen trekken we er op uit voor een eerste wandeling.

Dag 2

 

Vandaag is het onze eerste volledige dag in Serfaus. Het belooft een prachtige zonnige dag te worden, dus trekken we onze wandelschoenen aan en vetrekken voor een wandeling. Om te beginnen gaan we van Serfaus te voet naar Fiss.

In Fiss aangekomen nemen we de fonkelnieuwe Schönjoch-baan. Die hebben we vorig jaar nog zien bouwen. Dit jaar kunnen we ze al uitproberen. De kabelbaan brengt ons in twee etappes (waarbij je in het tussenstation gewoon kan blijven zitten) tot op 2440 meter hoogte. Het uitzicht hierboven is adembenemend.

We trekken van hierboven naar de Komperdell toe, dat doen we via wandelweg nummer 20.
Deze wandelweg brengt ons via de Mittler Sattelkopf naar het Kölnerhaus. Volgens de wegwijzer duurt dat ongeveer 2 en een half uur. 
Bij ons zal het wel een beetje langer duren, want wij houden regelmatig halt om foto’s te maken.

Ondanks het feit dat het al aardig warm is, komen we hier en daar nog stukken sneeuw tegen. 
De lente zal dit jaar waarschijnlijk traag op gang geschoten zijn.

Het is ook duidelijk te zien dat het hoogseizoen nog niet begonnen is. Dat is pas vanaf de tweede week van juli. Behalve onszelf komen we hier echt niemand tegen. Zalig !

Na een uurtje of drie stappen komen we aan bij het Kölner-haus op de Komperdell. We houden een korte pauze en besluiten dan om gewoon verder te voet af te dalen naar Serfaus.

Vanaf nu gaat het alleen maar naar beneden. Dat lijkt gemakkelijk, maar eigenlijk is het belastender voor je spieren dan omhoog stappen. We zullen het waarschijnlijk morgenvroeg wel voelen aan onze kuiten. Maar de mooie uitzichten maken al heel veel goed op voorhand.

Af en toe horen we ook iets in het struikgewas. Neen, geen geruis, maar koe-bellen. De dieren schuilen voor de zon tussen de bomen.

Wanneer we terug in het dorp aankomen is het al een flink stuk in de namiddag. De dag is weeral voorbij gevlogen. Morgen is het tijd voor weer een ander avontuur !

Dag 3

Bij het opstaan voelen we maar al te goed dat we gisteren heel veel naar beneden gestapt zijn. We weten nu waar elke spier van ons onderlichaam zit. Maar we laten het niet aan ons hart komen, na het ontbijt vertrekken we naar de Silvretta-stausee.

De Silvretta Stausee ligt op de Bielerhöhe  op de grens tussen Tirol en Vorarlberg. Het stuwmeer, dat aangelegd werd tussen 1938 en 1951, heeft een inhoud van bijna 40 miljoen kubieke meter.  Om er te geraken moet je er via een tolweg naar toe rijden. Na de nodige haarspeldbochten komen we aan op een hoogte van 2030 meter, van waar we een mooi zicht over de vallei en het stuwmeer hebben.

Desondanks het feit dat onze spieren nog pijn doen van gisteren, gaan we toch proberen om een rondwandeling rond het stuwmeer te doen. Het belooft vandaag ook weer een stralende dag te worden. Gelukkig komen we onderweg wel een paar watervalletjes tegen die voor de nodige verfrissing zorgen.

Na zo’n 3 kilometer stappen komen we aan het keerpunt van de rondwandeling. Tijd om onze boterhammen op te eten, een paar foto’s te nemen, en we kunnen terug langs de andere kant van het meer in de richting van onze auto.

Onderweg passeren we ook nog een mooie waterval. Daar is die van Coo, bij ons in België niks tegen in vergelijking.

Wanneer we terug op de parking aankomen staat deze al goed vol. De Silvretta-Stausee is een geliefkoosd doel voor uitstapjes. Ook voor bezitters van old-timers blijkbaar, want er staat hier een hele verzameling op de parking.

Ook in de lucht valt er iets te beleven. Boven ons hoofd vliegt een paraglider heen en weer. Hopelijk voor hem (of haar) komt hij/zij niet in het meer terecht.

Het wordt zo langzamerhand tijd om terug naar Serfaus te rijden, we willen ons avondmaal niet missen natuurlijk.
Onderweg naar beneden is het oppassen geblazen, want af en toe duikt er wel eens koe op achter een bocht.

Ter hoogte van Tobadill houden we ook nog even halt voor een foto van de Trisannabrug.
Deze brug ligt op de Arlberg-spoorweg tussen Landeck en Bregenz en is een waar kunstwerk.
Ze is 230 meter lang en hangt zo’n 87 meter hoog boven het dal.

Tijdens de laatste kilometers richting Serfaus gaat het fout. Plots heeft onze auto bijna geen motor-vermogen meer.
Er zit niks anders op dan te stoppen en de pechdienst te bellen. Gelukkig voor ons is onze auto nog in garantie en moeten we niks betalen om naar boven getakeld te worden. Boven aangekomen blijkt hij ineens weer normaal te functioneren. 
We besluiten om het risico maar te nemen en er thuis in België mee naar de garage te rijden.

Terwijl we op de pechdienst aan het wachten waren kon Carine zich ook nuttig bezig houden met een maken van foto’s van de bloemetjes aan de wegkant. Zo kan je van elke situatie altijd iets positiefs maken.

Dag 4

Vandaag gaan we weer een wandeling in de omgeving doen. Net zoals eergisteren trekken we weer naar Fiss om met de Schönjochbahn naar boven te zweven.  Deze keer gaan we voor de top. Het is te zeggen, we gaan naar de Oberer Sattelkopf, één van de toppen die zich tussen Fiss en Serfaus bevinden.

Als we boven aankomen is het nog bewolkt. Maar we weten uit ervaring dat het weer hier in de bergen heel snel kan omslaan.
Het kan hier in no time van blauwe hemel helemaal omslaan naar zwaar bewolkt met regen. Dat is dan ook de reden waarom je voor bergwandelingen altijd voldoende kledij dient bij te hebben.
Een klein half uurtje later is het al zo ver. De wolken hebben plaats geruimd voor een blauwe hemel.

Met zijn 2596 meter hoogte is de Oberer Sattelkopf zeker niet de hoogste top in de omgeving. Maar voor amateurs zoals wij is het al een uitdaging op zich. Vooral de laatste 280 hoogte meters vragen veel van onze fysiek.

Maar het uitzicht dat je hebt als je helemaal boven op zo’n top staat, dat maakt alles goed.
Ook het gevoel dat je zelf een top “bedwongen” hebt, dat is onbetaalbaar.

Nadat we onze namen in het Gipfelbuch geschreven hebben, is het tijd om terug af te dalen.
Dat afdalen is trouwens naar ons gevoel nog veel lastiger dan het stijgen.

Er vliegt hier trouwens voortdurend een helicopter heen en weer die een grote emmer met beton meedraagt.
Een beetje lager zijn er bouwwerken aan de gang, en omdat je in de bergen niet zomaar met de betonmixer tot aan de werf kan rijden, gebruiken ze daar hier een helicopter voor.

Vanaf de Obere Sattelkopf dalen we af naar de Mitteler Sattelkopf, en vandaar verder naar de Beutelkopf, dat is al 800 meter afdalen, en dan zijn we nog niet in Serfaus.

Langzaam maar zeker begint Serfaus dichterbij te komen. Maar zoals dat hier vaak in de bergen gaat, bedriegt de afstand dikwijls. Er moet nog flink gestapt worden voordat we terug beneden in het dorp aankomen.
Dan hebben we 1100 hoogtemeters gedaald, da’s meteen ons record tot nu toe !

Dag 5

Na onze straffe prestatie van gisteren gaan we het vandaag heel wat rustiger aan doen. We nemen de bus naar Landeck.
De bus stopt vlak voor de deur van het hotel, dus waarom zouden we de auto nemen als we ons kunnen laten rijden ?

Landeck is de laatste westelijke stad van Tirol als je vanuit het oosten richting Vorarlberg rijdt.
Het stadje ligt op de plaats waar de rivier de Sanna en de Inn samenvloeien. Echt veel bezienswaardigheden zijn er in Landeck niet. Er is burg Landeck, maar die was vandaag gesloten. Maar we laten het niet aan ons hart komen, er valt altijd wel iets te zien en te fotograferen.

Nadat we een tijdje in Landeck rondgelopen hebben zoeken we een terrasje op om onze middag te nuttigen.
We zitten hier vlakt aan het spoorwegviaduct van de Arlbergbahn, iets wat voor treinliefhebbers zoals wij ook mooi meegenomen is.

Na onze lunch rijden we met de bus terug naar Serfaus. We maken gaan op zoek naar een mogelijkheid om op het internet te geraken. Want dat lukt hier nog niet overal. Maar in de Hazenstal hebben ze een internet-pc. Nu nog leren typen op een toetsenbord met Oostenrijkse indeling en we kunnen het thuisfront van onze belevenissen op de hoogte houden.
Er stond zelfs een chat-programma op de pc, maar dat was in één of andere scandinavische taal, dan toch nog liever in het Duits….

De tijd vliegt hier snel voorbij in de Hazenstal. Als we terug buiten komen is het al donker aan het worden. Hoog tijd om ons bed gaan op te zoeken !

Dag 6

Na onze “rustdag” van gisteren is het terug tijd om onze wandelstokken te nemen en weer een wandeling te gaan doen.
Deze keer gaan we van de Komperdell naar Fiss wandelen. Terwijl we met de Komperdell-bahn naar omhoog gaan stijgen de wolken uit dal met ons mee omhoog.

Als we aan het Kölnerhaus aankomen zijn de wolken al bijna helemaal verdwenen. Het wordt vandaag weer zo’n dag zoals je die in de reisbrochures ziet.

Het eerste deel van onze wandeling loopt naast een zacht kabbelend bergbeekje. De bloemen in de alpenweides staan ook allemaal in de bloei. Dat levert prachtige beelden op.

We wandelen in de richting van de Beutelkopf, om zo verder te gaan tot in Fiss. Dat dorpje hadden we tot nu toe nog niet echt verkend. Maar daar gaan we vandaag een mouw aan passen.

En daarmee zit onze wandeling van vandaag er ook weeral op. Morgen gaan we nog één keer wandelen, en dan zit ons verblijf in het mooie Serfaus er weer op.

Dag 7

Vandaag is het onze laatste dag in Serfaus. We besluiten om deze keer Ladis eens te gaan verkennen. Want van dat kleine dorpje hebben we nog niet veel gezien. We rijden met de shuttlebus van Serfaus naar Fiss, en gaan van daaruit te voet naar Ladis.

Ladis is het kleinste en minst toeristische van de drie dorpjes die hier op het plateau liggen. Maar het is daarom niet minder het bezoeken waard. Reeds van beneden in het dal zie je Burg Laudeck staan. Deze burcht beheerst het uitzicht van Ladis.

Ladis heeft ook veel huizen met prachtige muurschilderingen. Daar zitten echte kunstwerken tussen.

Burg Laudeck ligt midden in het dorp, aan een klein meertje.

We keren vanuit Ladis terug naar Fiss met de Sonnenbahn, dat is een kabelbaan die Fiss met Ladis verbindt, dwars door de alpenweides.

Als we terug in Serfaus zijn, besluiten we om ook nog naar boven op de Lazid te gaan met de Komperdellbahn. We hebben nu eenmaal een kaartje waarmee we alle kabelbanen van Serfaus, Fiss en Ladis onbeperkt mogen gebruiken. Dan zullen we er ook maar van profiteren.

We drinken voor de laatste keer nog iets in het restaurant, en dan is het tijd om onze koffers te gaan pakken.
Morgen moeten we weer naar huis. Maar ons besluit staat nu al vast : volgend jaar komen we terug naar Serfaus !