Het is zaterdag, alvorens verder te rijden nuttigen we eerst een petit dejeuner in het restaurant van het hotel.
Klein detail, het hotel is verdeeld over meerdere gebouwen. We hebben overnacht in een gebouw dat een beetje verder op de parking staat. Het restaurant bevindt zich helemaal aan de andere kant. Gelukkig hebben we sinds onze cruise in Juni al ervaring met een wandeling alvorens te kunnen eten ;-)


Na het ontbijt maken we nog snel een foto met één van onze gehoornde vrienden.

We hebben besloten om nog een omweggetje te maken langs Carnac, een kuststadje met interessante prehistorische vondsten.
Op de weg naar daar zagen we ook een bord dat aangaf dat er hier in de buurt een groot Amerikaans kerkhof is van soldaten die hier tijdens de tweede wereldoorlog gesneuveld zijn. Aangezien we toch tijd genoeg hebben, en Carine een bijzondere interesse in kerkhoven heeft rijden we eerst tot in Saint-James.


Op dit kerkhof liggen meer dan 4000 gesneuvelde soldaten begraven. Stuk voor stuk mensen die hun leven gegeven hebben voor de bevrijding van Europa. Men zou denken dat men sindsdien een beetje slimmer geworden is, maar de realiteit leert ons dat dit nog niet het geval is.


Op de begraafplaats staat ook een herdenkingskapel die opgetrokken werd in graniet.




Daarna is het tijd om verder te rijden naar Carnac, daar gaan we de menhirs bekijken.
Menhirs zijn rechtopstaande stenen die door de mensen in de prehistorie (zo'n 7000 jaar geleden) rechtop gezet werden. Meestal op lange rijen.
In Carnac en omgeving zijn er zo nog een 2600-tal teruggevonden, maar waarschijnlijk hebben meer dan 11000 exemplaren gestaan.
Omdat we aanhangers zijn van het "liever lui dan moe" principe, en omdat het weer een beetje wisselvallig is, besluiten we om een rondrit te doen met een toeristisch treintje. De rondrit duur net geen uur, en tot onze grote vreugde is er ook Nederlandstalige commentaar. Nog groter is onze blijdschap wanneer we horen dat het een vlaamse stem is :-)


Het eerste deel van de rit brengt ons tot aan de oceaan en de haventjes die er bij horen. Ondertussen worden we ook nog getrakteerd op een frisse Bretoense regenbui.


Halverwege de rit ruilen we de regen om voor de zon. Net op tijd voor het traject naast de menhirs.





Na een uurtje rijden, en weer wat slimmer geworden komen we terug aan op de plaats waar we vertrokken zijn. Van hier tot in Concarneau is het nog een goeie 100 kilometer rijden.
Het huisje wat we normaal gezien gereserveerd hebben was dubbel geboekt, maar we hebben ander huisje gekregen. In dit geval is "huisje" niet de correcte benaming. Want nu hebben we een groot huis gekregen waar je gemakkelijk met 8 personen in kan logeren. En dat uiteraard voor dezelfde prijs.


Bij het avondeten beslissen we unaniem dat Rita onze reisleidster (of is het reislijdster) wordt. We zien wel waar we morgen gaan uitkomen. De stemming is alvast opperbest.
Reactie plaatsen
Reacties
Is er aan dat huisje plaats voor ne camper 😜
Plaats genoeg, ofdat het mag, dat zullen we dan wel zien :) Maar kunt da wel in 't frans expliceren dat ge de soeur van Carine zijt hé :)